Gisteren ben ik met de bus vanuit Amman terug naar Israel gegaan.
Ik zit dit bericht nu te typen in het hostel waar ik een week geleden ook was. Nieuwe foto’s staan nu ook online. Via de sd-kaartlezer die ik in Amman heb gekocht, kon ik ze eindelijk weer uploaden.
Ik ben via Eilat weer terug gegaan. Via de Westbank en vervolgens Jeruzalem zou wel iets sneller gaan maar via Eilat is de grensovergang schijnbaar wat makkelijker. Bovendien leek me de Westbank niet zo veilig om te reizen.
Onveiligheid Palestijnse gebieden schijnt ook wel mee te vallen, hoorde ik gisteravond in Eilat van iemand die van Syrie naar Egypte aan het fietsen (!) was.
Ik ben blij ook naar Amman geweest te zijn, hoewel ik voorlopig niet naar Jordanie of een Arabisch land toe hoef.
De stad is erg druk en overweldigend. Het verkeer is erg chaotisch. Verkeersregels lijken nauwelijks te gelden. Er zijn enkele verkeerslichten. Auto’s stoppen voor een rood licht meestal wel, maar bij oversteken steek je meestal op goed geluk over.
Auto’s, bussen, vrachtwagens rijden chaotisch door elkaar heen. Afgelopen twee dagen heb ik twee verkeersongelukken gezien. Hoewel niet ernstig, leek me dit wel overtuigend dat georganiseerder verkeer veiliger is.
In het internetcafe waar ik een vorig bericht mee plaatste had ik enkele hostels/hotels opgezocht die me wel goed overkwamen. Toen ik een eetcafe de weg vroeg naar een van de hostels, wilde iemand die daar hing me wel naar toe rijden. Hij wist de weg niet, en ging eerst druk rondvragen hoe er te komen.
Uiteindelijk dacht hij het te weten en kon ik in zijn pickup-truck starten. Hij hoefde geen geld. Mijn eerdere ervaring met zomaar in stappen in een taxi was namelijk niet zo goed, maar dit geval leek het me wel goed over te komen.
De man was een voormalig vn-soldaat en hij was in Joegaslavie namens Jordanie gestationeerd. Nu had had hij geen werk zover ik begreep (zijn Engels was niet zo goed, als VN-soldaat moest hij Italiaans spreken).
Ik kwam uiteindelijk bij mijn plaats van bestemming aan, nadat hij ook nog even het palais van koning Hussein en Amfitheater liet zien. Hoewel hij geen geld wilde, heb ik toch 2 dinar gegeven.
Ik kreeg zijn telefoonnummer ook nog, hij kon ook wel ritten aanbieden naar lokale bezienswaardigheden. Die waren vast niet gratis, maar toch kwam de man wel sympathiek en gastvrij over.
Van zijn aanbod heb ik overigens geen gebruik gemaakt. Via gedeelde taxi’s (kleine busjes voor iets van 12 mensen) kun je voor heel weinig geld overal komen. Bovendien is reizen met zo’n gedeelde taxi-bus op zich al een ervaring.
Na mijn spullen gisteren in achtergelaten te hebben in het hotel heb ik wat rondgeslenterd. Mijn sandalen moesten gerepareerd worden. Vlak in de buurt van het het hotel, zag ik een schoenmaker. Bij de schoenmaker zaten nog, zoals overal wel een groep van oudere mannen te zitten. Terwijl mijn sandalen gerepareerd (dat trouwens erg goed voor weinig geld gebeurde) raakte ik met ze in gesprek.
Ik kreeg ook thee aangeboden, en deze keer (imho) niet om me nog meer te verkopen.
Ze waren alle vier Palestijnse vluchtelingen die in de jaren ’40 en ’60 naar Jordanie waren gevlucht. Nu hadden ze het wel behoorlijk goed naar ik begreep. Het geen eigen land hebben drukte desondanks wel zwaar. Liefst wilden ze een palestijnse staat naast Israel. Onderdeel van Jordanie uitmaken leek geen goede oplossing. De (oorspronkelijke) Jordaniers hebben het ook niet zo op de Palestijnen. Alle Jordaanse-jordaniers adoreren hun koning, maar de Palestijnen waren er niet zo eenduidig over.
Dinsdag kwam ik een groep van drie spanjaarden tegen. Toevallig bleken ze in hetzelfde hostel te zitten als waar ik zit. Ze reisden door het midden-oosten. Ze zaten eerst in Syrie en waren nu naar Jordanie gereisd.
Dinsdag- en woensdagavond heb ik met ze uit eten geweest en wat door de stad geslenterd. Ze waren resp. webdesigner, journalist en juffrouw op een basisschool. Ze kenden elkaar sinds hun jeugd en reisden vaak de wereld rond.

Verder zaten in het hostel nog twee Amerikanen, die ook aan het reizen waren door Jordanie.
Eergisteren ben ik naar Jerash gegaan. Daar zijn na Rome in Italie de meeste en best bewaarde Romeinse ruines. De ruines zien er ook erg mooi uit.
In het Amfitheater worden voorstellingen gegeven met een exercitie van een Romeins legioen, gladiatoren en paardenraces. Bedrijf en concept daarachter komt overigens weer uit Zweden, maar voorstelling voor door de lokale bevolking gedaan.
De voorstelling was erg fraai. Het was natuurlijk geen hollywood, maar de aankleding was erg fraai gedaan. De spelers zijn voormalige soldaten van Jordaanse leger. Ze kwamen me erg enthousiast over, ondanks dat de voorstelling iedere dag twee keer wordt opgevoerd.

Gisterochtend heb ik afscheid genomen van de Spanjaarden, zij vertrokken naar Petra.
Ik had wel genoeg ruines gezien. Arabieren die je voortdurend geld afhandig willen maken is behoorlijk vermoeiend, ik besloot ook weg te gaan.
In de bus bedacht ik me alleen dat het toch beter is een dag een time-out te nemen, de dag ervoor zat ik nl. ook al in een bus naar jerash. Maar goed, dat is voor latere overweging. Ik blijf nu in Eilat voor twee dagen en vertrek zondag weer, naar de kibbutz Revivim weer.
Filed under: Uncategorized | Tagged: Israel, Jordanie | 2 Comments »